Saturday, 26 December 2020

Een oude stadspoort

In Leiden staan twee poorten uit de 17e eeuw. De Oostkant wordt bewaakt door de Zijlpoort, en de Westkant door de Morschpoort. Tot voor kort waren beide poorten toegankelijk voor verkeer. De Zijlpoort is inmiddels afgesloten voor auto’s, en de Morschpoort is een paar jaar terug voorzien van een trappetje waardoor al het rijdende verkeer er nu omheen moet. Wel kan je nu een drankje nuttigen op het terras voor de poort, die nu dienst doet als decorstuk voor je luie middag. Nog tien of twintig jaar en er worden hekken geplaatst, van die mooie gietijzeren om de monumenten te beschermen tegen graffiti en hang-jong/ouderen en andere verderfelijke zaken. De vraag is wat we na al deze inspanningen overhouden. In elk geval geen stadspoorten, want door een poort moet je kunnen rijden. Wanneer ik door de Zijlpoort fiets, stadwaarts, dan ervaar ik op bijna sprookjesachtige wijze dat de poort een wezenlijke toegang tot de stad vormt, en ik kan me inbeelden hoe tientallen generaties voor mij de stad in en uit zijn gegaan door diezelfde poort waardoor ik nu fiets. Zonder een stadspoort kan ik natuurlijk ook de stad in komen, maar het grandioze is eraf. Bij de Morschpoort is dat voor mij al gebeurd. De binding die ik met het gebouw had wordt telkens wanneer ik eromheen fiets zwakker, totdat het niet eens meer in me op zal komen om er doorheen te lopen. Door een monument op een sokkel te plaatsen raakt het ontworteld, doordat het met zijn functie ook een natuurlijk bestaansrecht verliest. Je kan vinden van de Morschpoort wat je wil, maar vroeger was het een stadspoort, en nu slechts een model voor een ansichtkaart. Zo verliest een stad zijn ziel.

No comments:

Post a Comment

Verloren in vertaling

Mensen die enthousiast worden van verengelsing en internationaal onderwijs zijn vaak geneigd om het belang van het voeren van de lokale taal...