Mensen die enthousiast worden van verengelsing en internationaal onderwijs zijn vaak geneigd om het belang van het voeren van de lokale taal weg te strepen tegen de voordelen van de lingua franca, waarin iedereen prima met elkaar kan communiceren. We spreken toch allemaal Engels?
Filosofisch Schetsboek
Friday, 21 May 2021
Thursday, 20 May 2021
Terug je mand in, skepticisme!
Ik houd niet van gedachte-experimenten, omdat ze meestal alleen maar afleiden en stiekem aannames door je strot duwen, maar in het geval van één van de meest hardnekkige en irritante neigingen van het ‘volwassen’ denken, het empirisch skepticisme, vind ik het wel nuttig om een uitzondering te maken.
Monday, 17 May 2021
Judo op het voetbalveld
Het leren van een nieuwe ‘vaardigheid’ is niet vergelijkbaar met het installeren van een computerprogramma. Dat wil zeggen dat het niet neerkomt op een nieuwe verzameling handelingen die wordt toegevoegd aan een lijst van handelingen die ik al beheers. De ervaring leert me namelijk dat telkens wanneer ik me op het onbekende terrein van bijvoorbeeld een nieuwe sport begeef, ik me allereerst verplaats vanuit dat wat ik al kon, en dat ik vervolgens dat wat ik heb geleerd op allerlei min of meer verwante terreinen zie terugkomen, als een nieuwe dimensie van al mijn bezigheden.
Friday, 12 March 2021
Viooltechniek: een aaneenschakeling van lichamelijke configuraties of toch niet?
Toen ik rond mijn 20ste veel viool aan het spelen was had ik me het volgende bedacht. Als elke technische handeling, bijvoorbeeld het zuiver krijgen van een positiewissel of een streektechniek als spiccato, waarbij de strijkstok van de snaar springt, terug te voeren is tot het objectief vaststellen van lichamelijke configuraties, dan is viool leren spelen simpelweg het internaliseren van die met de techniek overeenkomende configuraties. De linker ellenboog in hoek α ten opzichte van de hals van de viool, de vinger op x mm vanaf het begin van de snaar, de rechter hand in die en die vorm, enz. Zo bezien is zuiver spelen bijvoorbeeld bijzonder onwaarschijnlijk: een fractie van een millimeter ernaast en het is knettervals, en bovendien krijgt de toon het nasale karakter waar de buren zo van houden.
Tuesday, 9 March 2021
Bladmuziek lezen
Ik bespeel vier instrumenten: viool, altviool, blokfluit en piano. Voor al deze instrumenten is de muzikale notatie die ik lees ongeveer hetzelfde: een notenbalk bestaande uit vijf horizontale lijnen met daarop rondjes gepositioneerd wiens visuele hoogte analoog is aan de toonhoogte, relatief ten opzichte van een oriëntatiepunt, de sleutel (e.g. G- of vioolsleutel). Elke toonhoogte heeft een naam, te weten A-G, na een G komt een A, enz. Het grappige is dat de manier waarop ik de noten lees en, sterker nog, de manier waarop de noten zich voordoen, verschilt al naar gelang welk instrument ik in mijn handen heb.
Klokkijken
In mijn kamer hangt een klok, en daartegenover een spiegel, zo dat ik vanuit mijn gemakkelijke stoel het spiegelbeeld van de klok kan zien en daarmee hoe laat het is. Dit valt in de praktijk echter tegen. Ik moet veel te lang nadenken om de banale activiteit van het spiegelklokkijken tot een goed einde te brengen en draai me uiteindelijk om naar de klok zelf zodat ik in één oogopslag kan zien hoe laat het is. Dit is opmerkelijk als je je bedenkt dat de ‘afbeelding van de wereld’ via de fysieke visuele stimulus, het licht, mijn netvlies ondersteboven raakt, terwijl er geen mentale inspanning nodig is om het omgekeerde beeld 180 graden te draaien en aldus het ons zo vertrouwde visuele spektakel te produceren. Dit voorbeeld toont voor mij aan dat klokkijken niet simpelweg een passief ontvangen van een visuele stimulus behelst dat ik vervolgens mentaal interpreteer, op dezelfde manier als dat mijn netvlies het ondersteboven licht ontvangt. Als het wél hetzelfde zou zijn, dan zou het niet zo moeilijk moeten zijn om een klok in spiegelbeeld te lezen.
Thursday, 7 January 2021
Een cirkel
Als ik met een passer een cirkel heb getekend, dan kan ik me afvragen of ik wel een echte cirkel voor me heb. In eerste instantie zou ik kunnen zeggen dat het een gebrekkige cirkel is, want er zitten bultjes in het papier en de streep die ik met het potlood heb getrokken is nooit perfect egaal. Ik zou het een computer kunnen laten doen maar dan zit ik met vierkante pixels (die op hun beurt niet eens echt vierkant zijn). De figuren die ik teken zijn dus eigenlijk geen cirkels; ze suggereren ze alleen maar. Maar dan is een echte cirkel een niet te realiseren ideale vorm die gevat wordt in een geometrische definitie. Maar hoe kan ik me voorstellen wat zo’n definitie betekent? Door cirkels te tekenen.
Tuesday, 29 December 2020
Princess Diana
Ik heb net een documentaire gekeken over Princess Diana. Ze is nogal vaak gefotografeerd in haar leven, en daar had ze niet altijd even veel zin in. In haar sterke momenten bespeelde ze de media, er werd zelfs gesproken van manipulatie. Alsof ze er in haar situatie boven kon staan. Maar ze stond er niet boven want ze stond er ín. Op deze manier kon ze haar existentiële vrijheid laten gelden, net als ieder ander mens die de gevangenis van het leven omarmt en het zich eigen maakt. Toen ze stierf werden er zoals altijd vingers gewezen, want iemand moest de Schuldige zijn, de bron van het kwaad dat haar ondergang heeft bewerkstelligd. Het was de aangeschoten chauffeur, de agressiviteit van de pers, de koele houding van de schoonfamilie. Of in het geval van Whitney Houston de Drugs met hoofdletter D, het verknipte gezin of de vrouw die haar had gemolesteerd toen ze klein was. In beide gevallen hebben we te maken met een totaalbeeld, een hele hoop opstapelende ellende en om één van de factoren uit te lichten als ‘de schuldige’ is absurd. Maar als ik in het geval van Diana een hoofdverantwoordelijke voor haar moeilijke leven en het ongeluk wil aanwijzen dan is het de celebrity-cultuur die mensen ontmenselijkt door ze tot idool te maken, en wat de voedingsbodem heeft gevormd voor de pers die haar geen moment met rust liet (althans, dat is moeilijk te zeggen, ik heb immers alleen beelden van haar gezien... geschoten door de pers). En het domste is nog dat ik zelf deze cultuur in stand houd door documentaires te kijken over mensen voor wie ik me ondanks mezelf hoofdzakelijk interesseer omdat ze beroemd zijn.
Saturday, 26 December 2020
Een oude stadspoort
In Leiden staan twee poorten uit de 17e eeuw. De Oostkant wordt bewaakt door de Zijlpoort, en de Westkant door de Morschpoort. Tot voor kort waren beide poorten toegankelijk voor verkeer. De Zijlpoort is inmiddels afgesloten voor auto’s, en de Morschpoort is een paar jaar terug voorzien van een trappetje waardoor al het rijdende verkeer er nu omheen moet. Wel kan je nu een drankje nuttigen op het terras voor de poort, die nu dienst doet als decorstuk voor je luie middag. Nog tien of twintig jaar en er worden hekken geplaatst, van die mooie gietijzeren om de monumenten te beschermen tegen graffiti en hang-jong/ouderen en andere verderfelijke zaken. De vraag is wat we na al deze inspanningen overhouden. In elk geval geen stadspoorten, want door een poort moet je kunnen rijden. Wanneer ik door de Zijlpoort fiets, stadwaarts, dan ervaar ik op bijna sprookjesachtige wijze dat de poort een wezenlijke toegang tot de stad vormt, en ik kan me inbeelden hoe tientallen generaties voor mij de stad in en uit zijn gegaan door diezelfde poort waardoor ik nu fiets. Zonder een stadspoort kan ik natuurlijk ook de stad in komen, maar het grandioze is eraf. Bij de Morschpoort is dat voor mij al gebeurd. De binding die ik met het gebouw had wordt telkens wanneer ik eromheen fiets zwakker, totdat het niet eens meer in me op zal komen om er doorheen te lopen. Door een monument op een sokkel te plaatsen raakt het ontworteld, doordat het met zijn functie ook een natuurlijk bestaansrecht verliest. Je kan vinden van de Morschpoort wat je wil, maar vroeger was het een stadspoort, en nu slechts een model voor een ansichtkaart. Zo verliest een stad zijn ziel.
Een kastje, een bedelaar en Nietzsche
Ik liep laatst langs Waterlooplein met een kledingkast die ik aan het verhuizen was m.b.v. een steekkar, toen ik werd aangesproken met de vraag: “welke dag is het Kerstmis?” Ik antwoordde betweterig dat dit per land verschilt, terwijl ik constateerde dat het een bedelaar was die het ijs aan het breken was. Daarna vroeg hij of ik iets kon missen, en ik gaf hem de euro kleingeld die ik had, waardoor ik me goed kon voelen dat ik hem ‘al mijn kleingeld’ had gegeven en niet een lullige 20 cent of substantiële 2 euro. Hij liep even met me mee en zei iets over de kast. Toen adviseerde hij me dat ik het ding zou kunnen opknappen door te schuren etc. In eerste instantie ging ik uit een soort liefdadigheid, oftewel halfslachtig, in op zijn advies. Toen bedacht ik me hoe dom die houding is. Ik luisterde namelijk niet echt naar wat hij te zeggen had, wat ongetwijfeld merkbaar was. Door ‘aardig’ te zijn was ik eigenlijk heel onaardig, want een liefdadige houding impliceert dat je de ander niet serieus neemt, zoals Nietzsche ons leert. Maar door me zo op te stellen heb ik ook een uniek leermoment geneutraliseerd. Misschien was de man wel heel kundig, was hij ooit timmerman geweest, of gewoon een enthousiaste klusser. Als ik uit oprecht eigenbelang had doorgevraagd, dan wist ik precies hoe ik mijn kastje kon bewerken, terwijl de bedelaar een oprecht luisterend oor tegenover zich gehad, en het prettige gevoel een wederdienst te kunnen hebben geboden voor de euro die hij anders louter aan ‘liefdadigheid’ te danken had.
Verloren in vertaling
Mensen die enthousiast worden van verengelsing en internationaal onderwijs zijn vaak geneigd om het belang van het voeren van de lokale taal...
-
Ik houd niet van gedachte-experimenten, omdat ze meestal alleen maar afleiden en stiekem aannames door je strot duwen, maar in het geval van...
-
Mensen die enthousiast worden van verengelsing en internationaal onderwijs zijn vaak geneigd om het belang van het voeren van de lokale taal...
-
Ik liep laatst langs Waterlooplein met een kledingkast die ik aan het verhuizen was m.b.v. een steekkar, toen ik werd aangesproken met de vr...